Op de dinsdag voor aswoensdag (ook wel vette dinsdag, de dag waarop vroeger al het vet moest worden opgemaakt. Omdat dat niet goed zou blijven tijdens de vast periode) werd er vanaf de middeleeuwen tot ver in de 18de eeuw in ons land een feest gevierd waarbij de rommelpot werd bespeeld.

De rommelpot was een bloempot met daarover een varkensblaas gespannen. Een rietje dat door de blaas heen en weer werd bewogen zorgde voor een geluid dat “foekt”. Het feest zelf verdween. Wat bleef is foekepotterij of rommelpotterij waarbij kinderen langs de deuren gaan en daarbij bedelliedjes zingen. Vaak zijn de kinderen verkleed, soms nog met een foekepot, een ratel of een ander muziek instrument.

Ze zingen dan het volgende liedje

Foekepotterij, 2x,

geef me een centje dan ga ik weer voorbij,

ik heb geen geld om brood te kopen,

daarom moet ik met de foekepotten lopen,

foekepotterij 2x,

geef me een centje dan ga ik weer voorbij.

Er zijn ook variaties ontstaan op het liedje. Veel mensen geven de kinderen dan snoep.

Deze traditie is leuk om in een buurt op te starten. Als het om een grotere groep kinderen gaat of als de traditie moet worden opgezet, werkt het goed om via bv de buurt vereniging of op eigen initiatief een brief te bezorgen waar de mensen in de buurt een uitleg krijgen over de traditie met daarbij een ballon die ze buiten aan hun deur kunnen hangen als ze mee willen doen. Je weet dan zeker dat je geen mensen treft waarbij het niet goed uitkomt dat er (steeds) groepen met kinderen aan de deur komen. Door de ballonnen weten de kinderen dat ze bij de betreffende huizen kunnen aanbellen.