Een jaar is het aantal dagen die het de aarde kost om eenmaal om de zon te draaien. Volgens onze kalender (de Juliaanse kalender) duurt deze ronding gemiddeld 365,25 dagen (365d, 6u). Dit wordt afgerond naar 365 dagen per jaar met in de vier jaar een schrikkeljaar waarbij het jaar een dag langer wordt ter compensatie. 

Volgens de gregoriaanse kalender telt een jaar 365,2425 dagen (365d 5u 49m 12s). Bij deze kalender zijn minder schrikkeljaren.

Een kalenderjaar loopt van 1 januari tot 31 december.

Een kerkelijk jaar of liturgisch jaar begint op de eerste adventszondag. Dit valt tussen 27 november en 3 december.

Een jaar is ingedeeld in 4 jaargetijden: lente, zomer, herfst en winter. Dit wordt ook wel het tropische jaar van de aarde genoemd. Deze jaargetijden vallen niet overal in de wereld samen met duidelijk te onderscheiden klimatologische periodes. Zo ervaren we in Nederland een lente, een zomer, een herfst en een winter en in de tropen bijna alleen een zomer

In de astronomie begint een jaargetijde op het moment dat de zon op de keerkring (ook wel evenaar) komt. Dat gebeurt op een nauwkeurig gedefinieerd tijdstip. Het tijdstip verschilt van jaar tot jaar.

In de meteorologie wordt met administratieve seizoenen gewerkt . Deze beginnen op van  1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december. Dit wordt aangeduid als de meteorologische lente, zomer, herfst en winter.