Van 3 kopjes bloem, 1 kopje zout en 1 kopje koud water maak je een deeg. Goed kneden. Hoe meer je kneedt hoe elastischer het deeg wordt.

Door te kleien of met behulp van uitsteekvormpjes (www.koek-it,nl verkoopt erg leuke) maak je figuren.. Vergeet niet om rekening te houden met wat je gaat maken. Als het een magneetfiguur moet worden, druk de magneet er dan op tijd in. Als het een hanger moet worden maak er dan een gaatje in. Hier kan later een touwtje of lintje doorheen om hem op te hangen. En als je kralen maakt, zorg er dan voor dat het gaatje goed open blijft.

Leg de vormpjes of figuren op een bakplaat die je hebt bekleed met bakpapier. Als je klaar bent zet je de bakplaat met vormpjes in het midden van de oven. De oven zet je op 150 graden. Niet voorverwarmen. Gemiddeld heb je anderhalf uur nodig om de vormpjes af te bakken. De vormpjes worden wit als ze zijn gebakken. Doe de oven uit als je ziet dat de vormpjes klaar zijn. Laat de oven afkoelen met de bakplaat erin. Het afgekoelde brooddeegstuk moet keihard zijn. De figuren harden pas uit als ze zijn afgekoeld. Warm brooddeeg is altijd zacht.  Als het brooddeeg klaar is, kun je het met verf en glitters, ed versieren. Soms is het mooi om ze als laatste af te lakken.