Print

Vogels gebruiken het hele jaar veel energie. In de winter om zich op temperatuur te houden, in het voorjaar om te nestelen en om eieren te leggen, daarna om hun territorium te verdedigen en hun jongen groot te brengen. In het najaar moeten ze weer reserves opbouwen voor de winter. Je kunt ze dus het hele jaar bijvoeren. Ze zullen zich niet volproppen als hun honger gestild is. Ook zullen ze niet verleren zelf voedsel te vinden.

 

Winter: voer en water

In de winter kunnen vogels weinig insecten, bessen en zaden vinden. Zeker als het vriest of als er sneeuw ligt. Vogels komen daarom in de winter gemakkelijker in de buurt van een huis. In ruil voor een beetje voer laten ze zich goed bekijken! 
Het kost vogels veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. In een koude nacht verliezen kleinere soorten wel tien procent van hun gewicht.  Alsje wat voer strooit komen ze dus graag eten. Als extra energiebron kun je vetbollen en pinda’s ophangen.
Bij lichte vorst kunt vers water aanbieden. Er wordt van gedronken en in gebadderd. Dit is geen probleem. Het water rolt direct van de ingevette veren, dus bevriest niet.
Bij strenge vorst kun je beter geen open (warm) water aanbieden. Als er geen sneeuw ligt om op te pikken, kun je ijs vergruizen zodat ze de ijssplinters kunnen oppikken. Erg koud in de buik, dus het kost wat energie, maar het voorziet wel in de vochtbehoefte.

Lente: geen vetbollen en pinda’s

In de lente is het topdrukte in het vogel bestaan. Een partner zoeken, een nest bouwen, eieren leggen, jongen grootbrengen. Ook nu kun je de vogels een handje helpen. Het voedsel moet in deze periode meer kalk en eiwit bevatten dan in de winter en minder vet.
Vetbollen en pinda’s kunnen in het voorjaar dan ook beter van het menu worden geschrapt. Ook omdat vet door de oplopende temperatuur ranzig kan worden. Het is absoluut af te raden nog hele pinda’s te voeren in het voorjaar. Wanneer vogels de jongen hiermee voeren, kunnen ze er in stikken. 
Insecten, rupsen en wormen zijn een bron van eiwitten. Vogels zullen daar altijd zelf naar op zoek gaan, ook al ligt er voer op de voedertafel. Kalk zit in veel natuurlijk voedsel. Mocht je de vogels toch aan extra kalk willen helpen dan kun je ze wat goed uitgekookte en fijngestampte eierschillen geven. Geef ze geen melk!
Jarenlang werd geadviseerd om vogels in de lente helemaal niet bij te voeren. De reden is dat jonge vogels veel zaden en noten niet goed kunnen verteren. Het blijkt echter geen kwaad te kunnen. De ouders doen zich tegoed aan het moeilijker verteerbare voer, terwijl ze hun jongen voeden met insecten. Pas als er een totaal gebrek is aan natuurlijk voedsel bieden ze ook hun kroost zaden en noten aan. In dat geval moet je er op letten dat er geen hele pinda’s te vinden zijn, maar alleen kleine stukjes.

Zomer: eiwitrijk voedsel

In de zomer is eiwitrijk voedsel van levensbelang. Vogels krijgen nu het verenkleed dat ze tegen de winterse kou moet beschermen. Of dat hen in staat stelt om in de winter naar het zuiden te trekken.
Vogels gaan zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben om aan hun portie eiwitten te komen. Je hoeft ze dat niet aan te bieden. Maar je kunt ze wel helpen! Bijvoorbeeld door met bloeiende planten insecten te lokken. Of door het gazon te besproeien en zo de wormen naar boven te lokken.
Bij zeer lang aanhoudende droogte waarderen de vogels ook eiwitten die je aanbiedt. Merels eten dan bijvoorbeeld graag het blikvoer van de kat, of geweekte hondenkoekjes. Dit soort voer trekt echter ook snel ‘grote eters’ zoals meeuwen, kraaien en eksters. Bied het dus met mate aan.

Herfst: vitaminerijke bessen

Zodra het kouder wordt komen de vogels weer dichterbij huis. Ze gaan nu actief op zoek naar een plek waar ook in koude jaargetijden wat te vinden is. Als je ze nu gaat voeren, heb je al snel stamgasten voor de winter. Veel vogelsoorten waarderen nu ook de vitaminerijke bessen uit de struiken in uw tuin.
Bij lagere temperaturen kun je de vetbollen en pinda’s weer ophangen. Let er in deze tijd wel extra goed op dat voer niet beschimmelt.