Palmzondag, ook wel Palmpasen genoemd, is de laatste zondag van de vastenperiode (de zondag vóór Pasen). Op deze zondag wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht. Volgens het verhaal in Lucas reed Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnen en werd hij binnengehaald door een enthousiaste menigte die met palmtakken zwaaide.

 

Palmpasen wordt vaak gevierd in een palmpasen optocht. Bij deze optochten dragen kinderen een versierde palmpasen stok met een broodhaantje. 

Tijdens de palmpasen tocht wordt meestal het volgende liedje gezongen.
Ei koerei

Pal-lem, pal-lem Pa-sen, Ei koerei!
O-ver e-nen zondag krijgen wij een ei
Eén ei is geen ei,
twee ei is een hal-lef ei
drie ei is een Paas-ei!

Het Broodhaantje staat symbool voor het breken en verdelen door Jezus van het brood bij het laatste avondmaal (Witte Donderdag) .De afbeelding van een haan staat symbool voor de haan die één keer (volgens Marcus ook nog een keer ter waarschuwing) kraaide nadat Petrus drie keer had gezegd dat hij Jezus niet kende (Goede vrijdag/vroege ochtend).


Deze stok bestaat uit twee stokken in de vorm van een kruis. Er zijn bepaalde vaste attributen bij, die elk een eigen betekenis hebben. Zo staat het kruis van de stok als  symbool voor het kruis waarop Jezus stierf op Goede Vrijdag in de middag.